zaterdag, december 24, 2005

village life in kanker, deel1

Van Gent tot Raipur veradert er veel maar aanpassen is een makkie, met Kathmandu in het achterhoofd. Van Raipur naar een boeredorpje 200km verder, in het district met de lugubere naam kanker, is al heel wat anders. De kloof is groter dan die tussen Gent en Raipur. Ossekarren domineren het straatbeeld, de chaos van de stad maakt plaats voor de eenvoud van het platteland en vooral, de kloof tussen ik en hen wordt plots zeer tastbaar. Een blanke komt hier misschien 1 keer op een jaar en bij het arriveren observeren 30 paar ogen van schoolkindjes elke move die ik maak. Geen Hindi hier, het zijn allemaal "tribals" die hun eigen taal hebben, laat staan dat ze engels zouden spreken. Nochtans vind ik in een schooltas een leerboek engels, maar in de verste verte geen leerkracht te bespeuren. Net als in Nepal komen die enkel als ze daar zin in hebben, wat in dit dorp neerkomt op een dag of 50 per jaar. We wachten hier op iemand en dus zie ik mijn kans schoon. Prentjes met running, swimming en reading worden overlopen, nagebootst en in koor worden een paar engelse woordjes er in gedrumt, tot groot jolijt van allen. Bij de 1e poging om te stoppen, na een kwartiertje, allemaal handgebaartjes om te vragen of ik verder wou doen. Een ukkie komt met een ander boek af ...

's avonds de 1e sterrennacht, met de wilde jackhals op de achtergrond. In een patio voor een huisje brand er een miniscuul lampje dat net genoeg licht geeft om een 15 tal figuurtjes vaag te onderscheiden. Het zijn de vrouwen van een SHG (Self Help group, zie eerder bericht) naar wiens verhaal ik kom luisteren. Sommige van hen houden zich meestal stil maar de meesten hebben wel iets te zeggen en een 5 tal doet met veel geste haar bijdrage in het verhaal. Simpel gezegd gaat dat een beetje als volgt. Het irrigation department heeft een kleine visvijver gebouwd in het dorp en volgens overheidsregels zouden ze die aan 5000rs per jaar moeten verhuren aan de dorpelingen. De SHG heeft het recht om dit te huren en met de vis een handeltje op te zetten. Grote bedrijven hebben echter ook interesse en met bakshees, het geld onder tafel, kopen ze het irrigation department om. De vrouwen zijn echter serieus uit hun kraam geschoten, hebben daarop een hele zaak aangespannen, die ze nog winnen ook, waarna ze de 5000rs betalen. Toch komt het bedrijf met 2 jeeps vol vissers naar de vijver om er beslag op te leggen. De vrouwen werder daarop zo woest dat ze met stokken het hele team van het bedrijf verjaagd hebben, waarna men zelf de vis binnenhaalde, verkocht en zo per vrouw 2 extra maandlonen kon binnenrijven. Het betreft hier vrouwen die, zoals meestal op het platteland, hun huis niet mogen verlaten zonder de toestemming van hun man, die voordien verondersteld werden van enkel iets te zeggen als hen iets gevraagd wordt en die voor ze de zaak gingen aanspannen nog nooit in een stad geweest waren. Het is maar 1 van de vele staaltjes van emancipatie of beter gezegd sociale revolutie die ik in de komende dagen zal tegenkomen.

De volgende dag een dorp bezocht met allemaal landloze tribals. Al eeuwen verdienen ze hun kost met de productie van materialen uit bamboo. De manden en matten worden echter geleidelijk aan weggeconcureerd door de plastic emmers en stoelen uit grote fabrieken, gemaakt door arbeiders die aan minder dan 1 euro per dag werken. Het marktkapitalisme pur sang, met in de hoek van de winnaars de grote bedrijven en in de hoek van de verliezers de traditionele pottenbakkers, houtbewerkers en mandenvlechters. De enige oplossing voor de tribals, die niets anders kennen dan met bamboo dingen maken, is met hun vaardigheden meer toegevoegde waarde in hun bamboo producten brengen. Bamboo kunstwerken, die men aan toeristen en lokale rijken kan verkopen, bijvoorbeeld. Op de vraag van XIDAS of men van elk huis 1 iemand zou sturen indien men hier rond een training zou geven wordt meer dan positief gereageerd. Het lokale dorpshoofd verklaart met veel geste dat elk gezin niet 1 maar 2 mensen zal sturen...

Of het nu om schoolkindjes of om deze tribals gaat, de vraag naar opleiding en de bereidwilligheid om vooruit te geraken is groot, maar of het uit noodzaak, vanuit externe druk of uit eigen beweging is ... nog niet zo zeker. Ik ben hier dan ook nog maar pas en de voelsprieten zijn nog volop bezig met de omgeving af te tasten, een omgeving waaruit ik hoop nog veel meer te leren in de komende maanden.