zondag, februari 25, 2007

Maoïsten in maatpak - artikel voor Vrede

Maoïsten in maatpak

De Maoïsten van Nepal zijn uit de jungle, in het parlement en (hoogstwaarschijnlijk) binnenkort ook in de regering. Als alles volgens plan verloopt zullen verkiezingen, voorzien voor midden juni, resulteren in een nieuwe grondwet. Op straat zijn de debatten hierover al volop geopend. Bij een opstand in het zuiden van het land kwamen eind januari zeker dertig mensen om het leven. De madhesi's of mensen van het laagland eisen meer inspraak en autonomie. Nu de premier een deel van hun grieven in beloftes omzette staan tal van andere groepen klaar om ook hun deel van de koek te eisen. Voor een stabiele vrede is meer nodig dan Maoïsten in maatpak.

Een schreeuw uit de kelder van Nepal

Nepal wordt vaak geassocieerd met zijn bergen en de Everest, maar aan de voet van de Himalaya ligt een stuk Nepalese laagvlakte dat naadloos overgaat in de Indische vlakte: de Terai. Er wordt meer Hindi gesproken dan Nepali en in bijna alle opzichten lijkt de streek meer op India dan op de rest van Nepal. Op deze toegangspoort tot de Himalaya groeit naast een bloeiend economisch en stedelijk netwerk ook een politiek bewuste klasse. Hoewel hier tegenwoordig meer dan een derde van alle Nepalezen wonen is deze groep slecht vertegenwoordigd. Hun roep om autonomie heeft zowel met politieke marginalisering als met identiteit te maken. Al sinds de 18e en 19e eeuw beloonde het koningshuis elites door hen landrechten in de Terai te geven. De lokale bevolking werd vaak slaaf op eigen grond. Economische en ecologische vluchtelingen uit de bergen volgden en de burgeroorlog zorgde voor nog een toestroom. Opvallend veel pahadi's, zoals de mensen van de heuvels genoemd worden, veroverden snel economische sleutelposities. Ook vandaag nog hebben madhesi's geen toegang tot de strijdkrachten. Een voormalige minister, Harkha Bahadur Gurung, drukte het in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog als volgt uit “You are a conquered people and as you may know, conquered people have got no rights!”.

De reden waarom het zo lang duurde voor deze massa opstond moet ook gezocht worden in de diversiteit waaruit ze bestaat. Een mengeling van religies, kasten, talen en etnische groepen zorgen voor een veelvoud aan identiteiten. Etnische kaarten van de verschillende groepen in Nepal zijn erg misleidend. Op bijna elke plek in Nepal wonen verschillende groepen samen, zij het meestal in verschillende enclaves verspreid over een gehucht. Méér bindmiddel dan de kloof tussen hen en de pahadi's, of Nepalezen uit de bergen, is er meestal niet. De pahadi’s hebben zich op hun beurt een nationale identiteit aangemeten door zich verenigd te voelen in hun anders zijn t.o.v. de mensen van de vlaktes, waarmee ze de Terai én India bedoelen. Het zijn dan ook niet dé madhesi’s die nu in opstand komen tegen dé pahadi’s, maar een aantal lokale groepen uit de Terai die hun krachten verenigd hebben, vermengd met een paar extremistische Maoïstische splintergroeperingen. Samen zijn ze sterk genoeg om de economisch motor van Nepal plat te leggen en aldus hun eisen door te drukken.

De nieuwe regering in Kathmandu kon niet totaal ongevoelig blijven voor hun grieven. Toch greep men pas in toen de wekenlange stakingen en wegblokkades Kathmandu zonder petroleum zetten. Met de belofte dat Nepal een federale republiek zal worden staat men weer een stap dichter bij de uitvoering van wat de revolutie vorig jaar in gang heeft gezet. Door de kiesdistricten op basis van het bevolkingsaantal in te delen en de mondelinge garanties dat de madhesi's een autonome regio krijgen zijn de problemen nog lang niet van tafel. Veel madhesi’s vinden dat de toegevingen niet ver genoeg gaan. Voor hen moet de Terai een onafhankelijke natie worden en moet de huidige minister van binnenlandse zaken, vanwege de gesneuvelde betogers, ontslag nemen. Op beide punten lijkt een compromis onwaarschijnlijk. Andere etnische groepen beginnen rond ontevreden Maoïsten hun eigen milities te vormen. Als men in Kathmandu niet snel een politiek antwoord op hun eisen geeft dreigt de etnische identiteitspolitiek die de Maoïsten zelf in gang staken zich als een boemerang tegen hen te keren.

Volgens Deepak Thapa, een vooraanstaand auteur over het conflict in Nepal, is de cruciale vraag of etnische autonomie wel economisch haalbaar is. Bovendien moet men volgens Thapa vermijden dat de dominantie van de bahuns, de hoogste kaste, niet per regio vervangen wordt door etnische dominantie van lokale etnische groepen over minderheden. Een recent rapport van de UNDP beschrijft hoe groepen zoals de Chepang en Badi enorme moeilijkheden hebben om gewoon nog maar als Nepalese burgers erkend te worden. De Sattars en Mangta zijn zelfs nog meer gemarginaliseerd, omdat voorgaande groepen nog aandacht krijgen van bepaalde donors. Aangezien deze mensen geen papieren hebben kunnen ze officieel geen land bezitten of verkopen, niet deelnemen aan verkiezingen en op geen enkele manier hun stem laten horen. De herschikking van de macht dreigt volledig aan hen voorbij te gaan. Etnische autonomie is zeker nog geen garantie voor een inclusieve democratie en een stabiele vrede.

Het democratisch deficit

De overwinnaars van de volksopstand vorig jaar, zijnde de zeven grootste partijen plus de Maoïsten, maken van de situatie in de Terai gebruik om met een aantal politieke vijanden af te rekenen. De koningsgezinde ministers die nog geen jaar geleden voor koning Gyanendra werkten worden nu, onder het voorwendsel dat ze de onrusten in het zuiden aanstookten, gevangen genomen. Anderen worden van het gewelddadig onderdrukken van de revolutie beschuldigd, inclusief de koning zelf. Die weigerde te antwoorden op vragen van een onderzoekscommissie, maar voorlopig zonder gevolg. Hij durfde het onlangs zelfs aan om zijn coup van twee jaar geleden openlijk te verdedigen, wat er op kan wijzen dat hij binnen bepaalde politieke en militaire kringen nog op steun kan genieten. Ook hier loopt de stem van de straat voor op de politieke actie. Bij een bezoek van de koning aan een tempel werd zijn konvooi door demonstranten met stenen bekogeld. De tijd dat hij op zijn goddelijke status kon beroepen is definitief gedaan, maar hem echt vervolgen durft of kan men nog niet.

Ondertussen draait de verkiezingscampagne van de Maoïsten op volle toeren. Op een grote bijeenkomst gaf Prachanda, de grote man van de Maoïsten, voor het eerst in 25 jaar een publieke speech in de hoofdstad. Hun bewering dat de democratie er op vooruit gaat klonk iets geloofwaardiger dan toen de koning twee jaar eerder, op de dag van de democratie, hetzelfde beweerde. Die laatste speech kwam nog geen drie weken nadat hij het voltallige kabinet afgezet had, ministers en journalisten in de cel zaten en hij naast god en koning ook premier was. Toch heeft die democratie vooral op het platteland nog een lange weg te gaan. Volgens de laatste VN rapporten komen bedreigingen, ontvoeringen, politiek geweld en afrekeningen daar nog systematisch voor. Een deel van het probleem is dat de Maoïsten niet volledig ontwapend worden. Hoewel de VN toeziet op de opslag van wapens in containers en de plaatsing van soldaten uit het 'People's Army' in kampen mag ander 'veiligheidspersoneel' zijn of haar wapen bijhouden. Dat dit soms nodig is blijkt uit een paar voorvallen waarbij lokale dorpelingen wraak nemen op eerder onrecht begaan door de Maoïsten. Het gebrek aan een soort waarheid - en verzoeningcommissie legt een tijdbom onder de legitimiteit van de politiek in zijn geheel. Die was reeds zwaar aangetast door het wanbeleid van de partijen in de jaren '90 en de wreedheden van de Maoïsten. Ondertussen wordt het houden van tijdige, vreedzame en eerlijke verkiezingen steeds moeilijker haalbaar.

Laat honderd bloemen bloeien

In Dolpo, het gebied waar elf jaar geleden de eerste aanslag van de Maoïsten plaats vond, leek men niet al te optimistisch over de vrede. In de tien jaar dat de Maoïsten daar de plak zwaaien moest de eerste brug, school of hulppost er nog gezet worden. Op een vraag aan de lokale partijleider waarom dit zo is komt het even gemeende als simpele antwoord: “first comes destruction, then construction”. Het zou geen slechte zet zijn mocht ‘de partij’ ook in dat laatste het voortouw nemen. De Maoïsten zorgden alvast voor een primeur door in hun parlementaire delegatie een groot aantal vrouwen en dalits (kastelozen) op te nemen. Zoals uit lokale en vaak populaire experimenten met ‘volksrechtbanken’ blijkt zijn er wel degelijk constructieve krachten aanwezig. Anderzijds zijn de Maoïsten als enige partij tegen een parlementaire oppositie. Pas na de verkiezingen zal blijken of de nieuwe garde, mét Maoïsten, ook voldoende capabel is om een nieuwe en uiterst moeilijke evenwichtsoefening aan te gaan: de heropbouw van het land, een proces van verzoening doorgaan en de honderd bloemen die nu bloeien elk hun eigen plek in Nepal's nieuwe tuin geven.

Shangri-la ligt in België - artikel voor MO*

Shangri-la ligt in België

De Nepalese gemeenschap in ons land boomt. Tussen januari en augustus 2006 vroegen bijna vier keer meer Nepalezen asiel aan in België dan in eender welk ander land van de EU. Nu het shangri-la in de Himalaya aan flarden is geschoten, zoeken steeds meer Nepalezen hier hun aards paradijs.

Midden 2002 ging een schokgolf door de Nepalese gemeenschap in België. Experts van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) kwamen na een tiendaags bezoek aan Kathmandu terug met de boodschap dat het in de hoofdstad veilig was. Het strikt geheime rapport van het Centrum voor Documentatie inzake Asiel (Cedoca) werd geschreven midden in de jaarlijkse moesson, een periode waarin er klassiek weinig wordt gevochten tussen leger en maoïstische opstandelingen. Het rapport creëerde een beeld van Nepal dat de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel, goed uitkwam toen hij de verkoop van Waalse minimi's aan de Himalayastaat wou laten goedkeuren. Voor Durga P. Ghimire, die sinds 1999 in België verblijft, kwam het rapport heel wat minder goed uit. Zoals vele anderen kreeg hij in de nasleep van het rapport het bericht dat zijn tijdelijke verblijfsvergunning ingetrokken werd. Terugkeren is voor hem echter geen optie. 'Als actief lid van een grote democratische partij in Nepal nam ik regelmatig deel aan demonstraties. Bij een vreedzame betoging werd ik samen met honderden anderen opgepakt en werd mijn adres geregistreerd. Toen ik bij een latere betoging werd vastgepakt door een politieman die mij herkende, worstelde ik me los en sloeg op de vlucht. Veel van mijn vrienden zijn na hun arrestatie verdwenen.' Amnesty International bracht in oktober 2003 een rapport uit waarin sprake is van honderden verdwijningen in een erg zorgwekkend systematisch patroon. Wat het verhaal van Ghimire tragisch maakt, is dat hij in België een nieuw leven was begonnen dat hij nu moest opgeven. Als hoogopgeleide was hij reeds gedegradeerd van schooldirecteur in Nepal tot uitbater van een nachtwinkel in België. Sinds 2002 leeft hij echter illegaal in België, zonder de toestemming om te werken of het recht op uitkeringen. Ook zijn vertrouwen in alle hulporganisaties is geslonken. Onder hun druk besloot hij niet deel te nemen aan kerkbezettingen en hongerstakingen en de beloofde bemiddeling van hun kant af te wachten. Nu moet hij vaststellen dat Nepalezen die nog maar drie jaar in België zijn, na een paar dagen hongerstaking papieren krijgen. Zwartwerken ziet hij niet zitten, want een vriend werd bij een controle opgepakt en terug naar Nepal gestuurd. Een paar maanden later is hij in de rook van een vuile burgeroorlog opgegaan.

De aantrekkelijkheid van een oude democratie
Na het Cedoca-rapport uit 2002 en de massale intrekking van tijdelijke verblijfsvergunningen viel het aantal Nepalese asielaanvragers in België terug van 540 in 2001 naar nog geen honderd in 2003. Volgens Bodraj Paudel, voorzitter van een Nepalese sociaalculturele vereniging, had de terugval ook te maken met de paranoia die ontstond na 9/11. 'Vroeger liet de politie ons altijd met rust, maar na de aanslagen in New York werd ik tweemaal op straat tegengehouden en werden mijn papieren gevraagd. Veel van mijn Nepalese vrienden die hier zonder papieren verbleven, durfden in die tijd amper nog buiten komen. De afgelopen jaren lijken deze willekeurige controles te verminderen. In landen als Duitsland blijft de politie echter nog steeds jacht maken op illegalen'. Tegen 2005 was de trend volledig omgedraaid. Nepal kwam qua asielaanvragen voor het eerst voor in de top tien van landen van herkomst. En in 2006 staat België helemaal vooraan in Europa wat betreft Nepalezen die asiel aanvragen. De eerste zeven maanden vroegen 169 Nepalezen asiel aan in België, tegenover bijvoorbeeld 35 in Groot-Brittannië, 21 in Duitsland, 18 in Frankrijk en 39 in Nederland. Die opvallende keuze voor België als eindbestemming heeft vooral te maken met een plotse versoepeling in het toekennen van verblijfsvergunningen. In januari 2005 kreeg Bodhraj een verblijfsvergunning, vrijwel tegelijk met veel andere Nepalezen die hier al lang verbleven. Het CGVS wou niet reageren op onze vraag naar uitleg over de plotse koerswijziging. In de loop van 2006 volgden uit de kerkbezettingen en hongerstakingen verdere regularisaties. Vele Nepalezen laten nu vrouw, kinderen en zelfs vrienden overkomen. Volgens Khrishna Khimire, voorzitter van het Nepal Democratic Forum, zijn er weinig landen in Europa waar zoveel lokale hulporganisaties voor migranten bestaan. Hij vindt dat België migranten veel kansen op ontplooiing geeft: 'Weinigen onder ons denken nog aan terugkeren, zelfs nu de situatie in Nepal onder controle lijkt.' Het sociale leven onder de Belgische Nepalezen krijgt ook steeds meer vorm. Begin oktober vierde de Nepalese gemeenschap in Gent en Antwerpen Dashain, het belangrijkste festival van het jaar waarin de overwinning van de godin Durga op de demon Mahisasur centraal staat. Eind oktober kwam een gemengd Belgisch-Nepalees publiek in Aarschot bijeen om Tihar te vieren.

Een Belgisch appeltje voor de Nepalese dorst
De Nepalezen die in België wonen, werken vooral in fabrieken en keukens. Pushpa R. Adhikari, eigenaar van twee Nepalese restaurants in Leuven: 'Nepalezen zijn niet vies van het soort werk waar de meeste mensen hier liever voor passen. Het zijn eerlijke en harde werkers waar je op kunt rekenen'. Op het moment dat Adhikari zijn landgenoten bewierookte, stelde Peter Sutherland, een belangrijk zakenman en VN-adviseur, op een door hem georganiseerde speciale VN-conferentie over migratie en ontwikkeling dat 'migranten een enorme bijdrage leveren aan economische ontwikkeling, zowel in de landen waar ze heen trekken als in de landen waar ze vandaan komen'. In 2002 bedroeg het geld dat migranten naar hun land van oorsprong stuurden driemaal het totale budget aan ontwikkelingssamenwerking door overheden. Gyam is een Dalit, een kasteloze, die vanwege zijn verzet tegen het kastenstelsel moest vluchten. Bij een door hem georganiseerde actie om kastelozen toe te laten tot tempels werd hij door politie en hogere kasten bedreigd en sloeg hij op de vlucht. Hij vindt de discriminatie op basis van kaste niet te vergelijken met de discriminatie die mensen in zijn nieuwe omgeving, Antwerpen, ondervinden: 'Hier hangt het veel meer af van hoe je met mensen omgaat, in Nepal staat of valt alles met je naam'. Gyam greep de kansen die hij hier kreeg met beide handen. Sinds hij een permanente verblijfsvergunning kreeg, werkt hij tot 65 uur per week in een keuken. Naast zijn bijdrage aan de Belgische economie is hij erin geslaagd om via een Belgische ngo een school en een bloedbank op te zetten in ruraal Nepal. Gevraagd naar wat zijn zeven familieleden doen met het geld dat hij soms kan opsturen antwoordt hij: 'Nu is er ten minste een reserve die hen toelaat om naar een ziekenhuis te gaan.'