zaterdag, januari 14, 2006

een tipje van de Indische sluier

India. Als je op het journaal af gaat denk je spontaan aan religie en traditie, aan treinrampen en overstromingen, aan de opkomende economie met zijn computerindustrie en aan armoede. Misschien ving je al eens ergens op dat het tegelijk de 2e snelst groeiende economie ter wereld is en de meeste armen ter wereld heeft. Dat het naast zijn Hindu meerderheid het derde grootste moslimland ter wereld is, met daarnaast niet te onderschatten gemeeschappen van katholieken, protestanten, joden, boeddhisten, jains, sikhs, atheisten, animisten en ga zo maar door. Tegelijk is het een heel seculier land, waar godsdienst, ondanks pogingen van Hindu-extremisten, amper invloed heeft op de politiek en waar al die religies relatief vreedzaam naast elkaar leven. De rellen in Gujarat of de incidenten rond een temple in Ayodhya waren reeel maar zeggen misschien evenveel over de religieuze tolerantie in heel India als de oorlog in Kosovo over die in Europa. India is immers een subcontinent, met meer dan een miljard inwoners, en elke uitspraak over “de Indische cultuur” of “de Indische samenleving” is een hopeloze veralgemening als ze niet meteen zwaar genuanceerd en gerelativeerd wordt. Volgens Amartya Sen, de indische nobelprijswinnaar, wordt in de huidige discussie over de indische cultuur nog te weinig rekening gehouden met de duizenden jaren oude traditie van discussie, debat en tolerantie. Deze traditie is volgens hem zeker niet de enige maar wel een belangrijke verklaring waarom de democratie en het secularisme in de 60 jaar sinds India’s onafhankelijheid, in tegenstelling tot de meeste ontwikkelingslanden, nooit echt bedreigd is geweest. Via o.a. tal van voorbeelden uit de Hinduistische Veda’s (3500j. oud), de boeddhistische heerser Ashoka (meer dan 2000j. oud) en de islamitishce heerser Akbar (1590) toont hij haarscherp aan hoe de traditie van kritisch denken, argumenteren en redeneren de basis heeft gelegd voor o.a. de fenomenale ontwikkeling van de Indische wetenschap, van de huidige diepgang van India’s democratie en van het secularisme. Het idee dat de Britten ooit de democratie naar India brachten gaat niet alleen aan deze traditie voorbij, het roept o de vraag op waarom er dan zo weinig democratieen zijn voortgekomen uit de bijna 100 andere landen die de Britten ooit gekoloniseerd hebben.

De talrijke verhalen en ervaringen die ik de voorbije 2 weken verzameld heb beginnen min of meer in dat beeld te passen, al heb ik nog veel onderzoek en werk voor de boeg voor ik met iets meer diepgang iets kan concluderen uit wat ik geleerd heb. Ik vertrok met een beeld dat de verschillen in kaste, gender en platteland versus stad zo allesbepalend waren dat enige opwaartse migratie voor iemand die onderaan de ladder staat onmogelijk zou zijn. Hoewel het nog steeds heel moeilijk lijkt, heb ik ondertussen voldoende tegenvoorbeelden gezien om dat beeld ietwat bij te stellen. Arme, platteland, lage kastes en tribals hebben zoals Amartya beschrijft idd een heel oude traditie van overleg en argumentering. Eender welk conflict, in het huishouden of op het dorpsniveau zal meteen in gezamenlijk overleg aangepakt worden. Hoewel ook hier leidersfiguren de boel domineren lijkt de participatie toch erg breed te zijn en wat meer is, voor het eerst in eeuwen beginnen nu ook vrouwen er aan deel te nemen. In de politieke sfeer is de verandering nog groter dan in de sociale sfeer. De 1e vrouwelijke lokale verkozenen zijn een feit en hun stempel op wat er in het dorp beslist zijn in een paar jaar tijd sterk gestegen. Vergeet het beeld van een land waar al duizenden jaren traditie alles vastlegt, het is net door de flexibiliteit die de traditie in zich heeft dat verandering wel degelijk mogelijk is. In een land met 33 miljoen goden, waar er bijna wekelijks nog aan toe gevoegd worden, staat traditie niet gelijk aan conservatisme.

interviewen in de jungle

Hoewel Gariaband nog met enige zin voor eufemisme als een 'stadje' kan omschreven worden (bvb door de aanzwezigheid van een paar telefoons en 1 pc uit de jaren stillekes met internetverbinding) is het in mijn ogen reeds halverwege naar het einde van de wereld. Gedaan met de drukte van Raipur en gedaan met de anonimiteit van de grootstad, het is weer alsof er een alien over straat loopt, met tientallen ogen die je ongegeneerd aanstaren, ogen die ook blijven staren als je terugkijkt. Nieuwjaar was zoals kerst; een mislukte poging om via het opzoeken van gezelschap het missen van iedereen die me na aan het hart ligt te verdoezelen en dat waren er teveel om mee te genieten van de grappen die om beurt in hindi per micro verspreid werden en waarvan ik als ‘special guest’ na een beknopte vertaling verondersteld werd om mee mee te lachen (sic), niet dus.

Met een zekere pitambar, een ambitieus, vriendelijk en pienter ventje, vlot het werk tien keer beter dan met 'where is my arsenic (pruimtabak) and bring the whisky soon' Ajey, die de effecten van zijn dagelijkse portie aan geestverruimende middelen afschuift op het zogezegde take-it-easy karakter van de tribals. Dubbel fout, als ik in de week nadien merk wat voor mensen het zijn, verre van loom of traag. Een beetje lof, correctie, veeeel lof, is wel op zn plaats voor de vele veldwerkers met wie ik bijna dagelijks overleg, op pad ben, die de interviews faciliteren en voorbereiden en de nodige feedback van het grass roots niveau in het onderzoek laten sluipen. Ik bevraag hen tot ik geen vragen meer weet, maar ook zij geven niet af. Elke nacht, wanneer we met 4 of 5 naast elkaar op de grond slapen, geef ik op hun vragen over Belgie repliek, gaande van het weer, het verkeer, de landbouw, de bossen en, wat hen het meest kan boeien, de man-vrouw relaties. Logisch, ook hier is uithuwelijken de norm, praten met een vrouw voor het huwelijk is vaak al problematisch en na het verhaal van het huisje in de Snoekstraat, waar naast ik nog 4 vrouwen verblijven, kost het me een gigantische moeite om hen uit te leggen dat ik er veel vriendschap aan heb maar met geen een van hen getrouwd ben, dat ook totaal niet van plan ben (bij deze…) en het echt wel enkel en alleen om vriendschap gaat. Maar hoe vaak ik het ook uitleg, het gaat hun inbeeldingsvermogen te boven en dus wordt er gelachen en gegibberd tot iedereen tevreden inslaapt.

Na het werk zijn er ook avonden rond het kampvuur met muziek en eenmalig ook een glaasje whisky, kwestie van Ajey zijn alcoholgehalte op een leefbaar peil te houden. Saint germain en laurent garnier gaan er hier als zoete broodjes in en met mijn minidisc op waagt een enkeling zich onder luid applaus aan wat danspasjes. Kortom, het is een tof team, waarmee plezier en goed werk hand in hand gaan. Want gewerkt wordt er hier wel degelijk. Elke dag minstens 2, soms 3 interviews, na bijna elk interview (dat telkens een uur of 2 duurt en waarin opperste concentratie, vragen stellen en noteren in sneltempo elkaar opvolgen) een evaluatie, het bedenken van nieuw vragen, het aanpassen van de bestaande vragen, het nadenken over de aanpak en wie er wel en wie niet aanwezig mag zijn tijdens het gesprek enz enz. Heel intensief, leerrijk en geestverruimend, zei het op een andere manier als Ajey. Na een moeilijke start met veel te moeilijke vragen zijn we tot een vragenlijst, een aanpak, een volgorde en een manier van werken gekomen waarbij elk interview een feest is. Nu ik een paar hindi zinnetjes beet heb en de lokale manier van respect tonen en bescheidenheid ken, gaan er veel meer deuren open dan in het begin. Pas dan krijg je verhalen als deze te horen;

"Op een religieus feest geraakte 1 van onze vrouwen in een trance van het zingen en bidden. Ze ging er zo hard in op dat een paar dronken mannen haar begonnen uit te lachen. Het kwam tot een confrontatie tussen de dronken mannen en de vrouw, waarbij de mannen schreeuwden dat een vrouw geen 'supernatural' powers in haar kan krijgen, dat dit enkel bij mannen kan, zoals men hier gelooft. Ze scholden de vrouw publiekelijk uit en dachten er zo mee weg te komen, zoals vroeger maar al te vaak het geval was. Dat was buiten de andere vrouwen van de SHG gerekend. In no time mobiliseerden ze alle vrouwen en de meeste mannen van het dorp en 2 dagen later was er een grote dorpsmeeting om het incident uit te klaren. Het eindigde er mee dat de drie mannen zich publiekelijk moesten excuseren en elk 125roeppee als straf moest betalen, geld dat gelijk verdeeld werd over alle dorpbewoners. Een staaltje van snelrecht., tribal style."

Het gaat wel over iets wat wij beschouwen als bijgeloof maar de consequenties zijn veel diepgaander dan het uitklaren van een klein dorpsgeschil. Het feit dat ook hier vrouwen ook maar iets hebben kunnen afdwingen van mannen en de manier waarop valt moeilijk te onderschatten. De bredere implacties voor de sociale positie van de vrouw in het dorpsleven en genderdiscriminatie in het algemeen zijn op het eerste zicht verreikend, maar hoe ver zal ik pas weten te zeggen op het einde van m'n onderzoek, dat nu nog maar in de startfase zit. Het moet ook gezegd worden dat naast de straffe succesverhalen als deze er nog heel veel schrijnende verhalen ook zijn, van SHGs waarbij een vrouw het spaargeld van alle vrouwen aan haar eigen familie had uitgedeeld en na haar overlijden heeft men dat geld nooit meer terug gezien. Over groepen die al 5 jaar geld inzamelen maar er nog nooit iets mee gedaan hebben, op een eenmalige economische activiteit na, die geen winst opleverde. Over vrouwen die eerst vol vertrouwen zeggen dat hun man hen nu meer respecteert dan voordien, maar die meteen plaats maken en dichtklappen als diezelfde echtgenoot plots binnen komt wandelen. Er zijn succesverhalen, maar is nog een lange weg te gaan. De zaadjes van een emancipatiebeweging lijken echter goed gezaaid over een groot veld en het belangrijkste is dat de mensen ze zelf proberen te oogsten, zonder de interventie van buitenaf. Prerak is Hindi voor motivator en eenmaal de zaden geoogst zijn is dat het enigste wat ze nog doen, mensen af en toe motiveren om de ontwikkelingen die ze zelf ingezet hebben door te zetten, zonder financiele hulp van buitenaf. Zonder mijn kritische kijk te verliezen, want mankementen zie ik ook opduiken hier en daar, kan ik er niet naast kijken en vaststellen dat prerak op zijn minst de basisprincipes heeft zoals ik ooit geleerd heb dat het zou moeten zijn; van onder naar boven, op duurzame manier en met veel gevoel voor zelfredzaamheid. Ik kan amper wachten om uit te vissen of de emancipatie breed en diep gaat, of er ook een samenwerking is met andere grass roots organisaties, of het de hele dorpsgemeenschap beinvloedt en of dit in andere gebieden ook zo is, maar ik heb nog tijd om dat allemaal uit te vissen.

Het gerucht dat ik hier ben gekomen om het Christendom te verspreiden werd tijdens een grote dorpsvergadering en op vraag van een schattig oud ventje of ze nog van plan waren om mij ook eens aan het woord te laten vakkundig door mezelve de kop ingedrukt. Een paar kleine garnalen van een zekere Hindu extremistische politieke partij, door de dorpelingen ronduit gemeden, waren moeilijk komen doen en hadden het gerucht beginnen verspreiden. Toen ik m’n speech in het Hindi begon en er nog mijn excuses voor m’n slechte Hindi in het locale tribal dialect tegenaan gooide kon ik al niet veel meer verkeerd doen. Door nadien mijn voorkeur voor het boeddhisme uit te spreken en te benadrukken dat ik geen enkel godsdienst beter als de andere vind scoorde ik genoeg om het gerucht de kop in te drukken. Toch deed ik nog iets mis door gevoed door het enthousiaste publiek wat over mn onderzoek te vertellen maar aangezien ik hier met een toeristen visa ben en die kleine garnalen van die partij wel eens voor grotere problemen zouden kunnen zorgen werd ik snel teruggefloten. Eind goed al goed, ik heb mn werk kunnen doen zoals ik gehoopt had, zonder problemen met de politie, wat blijkbaar minder vanzelfsprekend was dan ik gedacht had.