woensdag, juni 18, 2008

Leven met smeltende gletsjers in Noord Pakistan

Leven met smeltende gletsjers in Noord Pakistan

Water is leven. Nergens is dit zo overduidelijk als in het Noorden van Pakistan. Waar Karakorum, Himalaya en Hindu Kush samen komen vormt de Indus rivier het enige teken van leven in een barre bergwoestijn. Net om de hoek liggen diepgroene oases met bossen, in het leven geroepen door irrigatie. De contrasten blijven verbazen, zoals wanneer een bijna horizontale lijn struikgewas een kanaal op een steile bergflank camoufleert. De bouwers van deze kanalen hadden duidelijk geen last van hoogtevrees en zijn niets minder dan helden. Ook al stierven er reeds 100 mensen op een stuk kanaal van 400 meter lang nabij Karimabad, zonder het kanaal overleeft er niemand in deze streek.

Quasi al het water komt uit de vaak tientallen kilometers lange gletsjers. Deze verplaatsen zich uiteraard dagelijks, waardoor lokale mannen een beurtrol hebben om op de gletsjer de toevoer in het kanaal te verzekeren. Elke dag voert een dorpeling van 6 tot 6 een strijd van David tegen Goliath met een schop, wat zand, stenen en een zak cement tegen een gigantische gletsjer. Op plaatsen waar de strijd verloren is getuigen enkel muurtjes van stenen waar ooit akkers vol gewassen stonden. Aan Borit Lake werd de strijd vorig jaar verloren, waardoor 9 families hun valiezen moesten pakken om in een stadje verderop als landarbeiders te gaan werken.

De Pakistaanse overheid investeert nochtans massaal in irrigatie, het wil duidelijk maken dat dit deel van Kashmir tot Pakistan behoort. In Indische kaarten staat heel Kashmir en dus ook deze streek bij India. Een bord midden in de woestijn kondigt de bouw van een nieuwe stad aan, met 125 plots, kanalen, een school, hulppost, speelgrond enz. Wegen dringen tot diep in bijna elke vallei door.

Waar de overheid weinig aan kan doen is de afsmelting van de gletsjers. Bijna al het water en dus leven komt uit deze gletsjers voort, maar meerdere mensen die we hier aanspreken zeggen ons dat het ongewoon warm is. Kleine riviertjes vormen begin juni kolkende zwarte water massas die reeds veel paden afgebroken hebben, tot verbazing van zelfs de lokale mensen. Bij een wandeling langs een waterkanaal kwamen we een man met schop tegen die koortsachtig een gevecht tegen een bres in het kanaal voerde. Het lukte hem nog net om een instorting van de kanaalmuur en dus ook ons pad te vermijden, maar op tientallen andere plekken spoot het water uit barsten in de muur van zand en stenen. In Hunza voert de mens een strijd met het water en de gletsjers, waarbij de opwarming van de aarde als een zwaard van Damocles bovenhun hoofd hangt.

dinsdag, juni 10, 2008

'VERLAAT PAKISTAN NU HET NOG KAN'

'VERLAAT PAKISTAN NU HET NOG KAN'
ISLAMABAD, 28 mei 2008 (MO) - Pakistan is van de voorpagina's verdwenen sinds de verkiezingen begin dit jaar. Maar het land dreigt verder weg te zinken in chaos.
De golf van bomaanslagen die op gang kwam in de aanloop naar de verkiezingen is verminderd sinds de nieuwe regeringscoalitie gesprekken met de Taliban opende. Shah Mahmood Qureshi, minister van Buitenlandse Zaken zegt daarover:'Terrorisme bestrijd je niet enkel militair. Politieke en sociaal-economische maatregelen zijn minstens even belangrijk'.
In de regio Swat heeft men een akkoord bereikt, maar wel onder de voorwaarde van de lokale machthebbers dat de sharia er ingevoerd wordt. De Taliban hebben met het akkoord hun macht vergroot en hun territorium uitgebreid. Ook in de onrustige provincie Balochistan lijkt een zelfde scenario zich te ontwikkelen.
De tribale gebieden aan de grens met Afghanistan zijn al veel langer buiten de controle van de overheid en een broedplaats voor extremisme. De recente aanslagen in Afghanistan worden in hoofdzaak van hier uit georganiseerd. Zelfs de geldstroom van 11 miljard dollar die de VS na 2001 richting Pakistan stuurde, kan daar niets aan veranderen.

Democratische fa¡ade

Toch lijkt de Pakistaanse democratie weer aan kracht te winnen. Premier Asif Zardari wil president Musharraf aan de kant zetten en noemt hem 'een relict uit het verleden'. Zijn 62-punten tellend voorstel voor een grondwetwijziging zou alle macht van Musharraf afnemen en meer macht aan het parlement geven. Daarvoor moet hij wel de rechters aan zijn kant krijgen.
Sinds Musharraf het hooggerechtshof ontbond en zijn vaak extreem rechtse pionnen in hun plaats installeerde, verkeert de rechterlijke macht in totale chaos. Een stemming in het parlement over de positie van Musharraf heeft dan weer een twee derde meerderheid nodig, wat ondanks het zware verlies van de moslimpartij van Musharraf niet evident is.
Toch lijken de dagen van de ondertussen ex-militair geteld. De nieuwe legerchef laat trouwens in publieke mededelingen weten geen enkele interesse in de politiek te hebben, een ware trendbreuk. Ondanks deze evoluties hebben weinig Pakistani's hoop voor hun toekomst of vertrouwen in de erg corrupte partijen. Hidayat Hussain, manager van een bureau voor berggidsen, vindt het mogelijke verdwijnen van Musharraf zelfs geen goede zaak: 'Musharraf bracht ons wegen, een vrije pers en snelle economische groei. De partijen werken enkel voor zichzelf.'

Bhutto's wonde

In Rawalpindi, op de plaats waar Bhutto vermoord werd, wordt duidelijk dat Pakistan nog steeds in shocktoestand verkeert. Twee anonieme getuigen die een hulde aan foto's van Bhutto komen brengen, beweren dat 'agentschappen' achter haar moord zaten. De volkswoede tegen alles wat met de overheid te maken heeft, lijkt nog even levendig als vlak naar de moord op Bhutto. Vele Pakistani's blijven twijfelen aan de officiele versie die stelt dat de Taliban de leidster van de Pakistan People's Party vermoord hebben. De wonde die haar dood geslagen heeft, ettert nog na.
Er blijkt ook een groot gebrek aan alternatieve leiders van haar formaat om de Pakistanen weer enig gevoel van eenheid, trots en hoop te geven. Naast de slogan 'lang leve Pakistan' zie je dezer dagen dan ook een nieuwe slogan in het straatbeeld: 'Verlaat Pakistan nu het nog kan'.
Categorien: Politiek - Azie en Stille Zuidzee - Pakistan
Auteur: Nick Meynen.

De hulpindustrie in Nepal

Dit is de iets langere versie van de reportage gesteund door het Fonds Pascal Decroos die in juni in MO* magazine verscheen (zie link)
Actueel
Door Nick Meynen

De hulpindustrie in Nepal
GROTE BUDGETTEN, GROTE PROBLEMEN
‘Buitenlandse hulp heeft geen enkele significante bijdrage geleverd om armoede te verminderen’, zegt de Nepalese parlementsvoorzitter. Twee maanden later winnen de maoisten de verkiezingen en kondigen meteen aan dat hulpprojecten voortaan door het volk goedgekeurd moeten worden. Is Nepal echt verknoeid door de hulpindustrie?

Nepal is het armste land van Zuid-Azie, met een gemiddeld inkomen onder een dollar per dag per hoofd. Volgens het VN Ontwikkelingsprogramma (UNDP) nam inkomensarmoede in Nepal de laatste drie decennia toe, vooral in de rurale gebieden. In Kathmandu verdient men nu vijfmaal zo veel als in de rest van Nepal. De armste veertig procent van Nepal is er vandaag slechter aan toe dan dertig jaar geleden, de bovenlaag van tien procent rijken is er op vooruitgegaan. Slechts een derde van de studenten haalt het einddiploma van het middelbaar, de grote meerderheid in prive-scholen.
Nepal is sinds 1991 de grootste ontvanger van buitenlandse hulp in heel Zuid-Azie. 82 procent van het onderwijsbudget komt van buitenlandse donoren en in het nationale budget voor ontwikkeling is het percentage hulp gestegen van vijftig procent in de jaren negentig tot zeventig procent vandaag. Vooral leningen namen toe. De meerderheid van dat geld komt van multilaterale instellingen zoals de Wereldbank of de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), die in ruil voor hun dollars onder andere open markten en privatiseringen eisen. Recent onderzoek van verschillende Nepalese academici heeft aangetoond dat die liberalisering mee verantwoordelijk is voor het vergroten van de kloof tussen rijk en arm, terwijl ze de economie verzwakt heeft. Bovendien zorgen de enorme hulpbudgetten voor onbedoelde neveneffecten zoals corruptie en meer ongelijkheid. De voorzitter van de commissie die onderzoek doet naar corruptie berekende dat bijna een miljard dollar hulpgeld –grotendeels gebruikt voor experts, consultant en adviseurs in 4827 technische hulpprojecten– nooit aangegeven werd voor controle door de overheid.

Westerse dokters doen snelle interventies, de doden vallen als de camera’s weg zijn. Een illegale dam levert grote winsten voor buitenlandse firma’s maar veroorzaakt meer overstromingen en enorme sociale onrust. De watermaffia vindt leningen voor projecten die voorgaande projecten vernietigen, waarvan de lening aan dezelfde instantie nog niet afbetaald is. De lijst is eindeloos, maar het geduld van de Nepalezen is dat niet. In het afgelegen westen van Nepal won de maoist die dreigde iedereen te vermoorden die ook maar probeerde om op de constructiesite van een nieuwe dam te komen.

Een ziek systeem

Ondanks de grote inbreng van allerlei donoren zien de meeste Nepalezen anno 2008 nog steeds geen dokter. In het rurale Myagdi district interviewden we bijna honderd mensen over hun zorg noden. Er is slechts een dokter in het gebied maar bijna niemand bezocht hem. “Als onze dokter eindelijk nog eens uit de stad tot bij ons kwam, liet hij weten dat de gratis medicijnen van de overheid op zijn, maar dat hij speciaal voor ons (dure) medicijnen uit zijn prive-praktijk mee had.” Dit verhaal weerklinkt ook in andere rurale gebieden in Nepal. Verwaarlozing wordt vervangen door de illusie van gratis gezondheidszorg voor iedereen, terwijl het in feite om schaarse en vooral dure zorg gaat.
In Humla, een erg arm district in West-Nepal, kwam de westerse ngo Nepal Trust met een origineel maar omstreden initiatief op de proppen. Om de gebrekkige gezondheidszorg aan te pakken, ging Nepal Trust over tot het droppen van een dozijn westerse dokters die gedurende een paar dagen een erg mediageniek ‘gezondheidskamp’ opzetten. Op korte tijd krijgen duizenden patienten medicijnen zonder veel omkadering, laat staan opvolging. Volgens ooggetuigen kwamen heel wat patienten de volgende dag terug met de boodschap dat ze al hun medicijnen, bedoeld voor twee weken, op hadden en zich nog niet beter voelden. Ze vertelden dat mensen stierven meteen na het kamp. Kinderen speelden met gebruikte naalden die in een open put gegooid werden. Verschillende mensen die nauw betrokken waren bij het werk van Nepal Trust omschrijven deze gezondheidskampen dan ook als een medisch circus, in het beste geval als een pleister op een etterende wonde.

EHBO: Eerst Hulp Bij Onszelf

Het plaatje ziet er niet veel beter uit als men de grote projecten, die de nationale ontwikkeling echt op gang moeten brengen, evalueert. De ADB vindt bijvoorbeeld dat Nepal ‘zijn enorme potentieel voor waterkracht op een sociale, milieuvriendelijke en duurzame manier ontwikkelen’. Nepal heeft inderdaad het tweede grootste waterkracht potentieel ter wereld. Vandaag wordt de stroom gedurende het droge seizoen echter acht uur per dag onderbroken. Nepalese consumenten betalen negenmaal zo veel voor hun elektriciteit als in Bhutan en vijfmaal meer dan in India of de VS. Al zijn die prijzen niet ieders zorg: drie vierde van de bevolking leeft nog steeds in duisternis.
Om Nepal te helpen, werkt de ADB samen met het Australische bedrijf Snowy Mountain Engineering Company (SMEC), Chinese banken en Indiase firma’s aan een dam van 1.2 miljard $. Met een hoogte van 195m zal de dam over de West-Seti rivier de hoogste Concrete Faced Rock Filled Dam (CFRD) ter wereld worden. De bedrijven verkozen dit type deels om het budget, gelijk aan de helft van het jaarbudget van Nepal, onder controle te houden. Een expert in waterkracht, Dr. A.B. Thapa, waarschuwt regelmatig over de gevaren van dit type dam. Surya Shrestha van de National Society for Earthquake Technology bevestigt zijn vrees. ‘Vooral in de ondergrond van West-Nepal is al zo veel druk opgestapeld dat een zeer grote aardbeving eigenlijk niet lang meer kan uitblijven.’ SMEC liet in een reactie weten dat andere types onderzocht werden maar op basis van allerlei criteria, waaronder de hogere kosten, afgewezen werden. SMEC verzekerde dat de dam niet kan instorten, maar Shrestha bevestigt dat de enige studies over aardbevingresistentie van de dam betaald werden door de bedrijven die het kunstwerk zullen bouwen.

De vlakte stroomafwaarts hoeft overigens niet op een fatale dambreuk te wachten om onder water te lopen. Het kanaal dat water uit de West-Seti tapt om gronden in Noord-India te irrigeren, zorgt nu al voor ernstige overstromingen tijdens de moesson. Eenmaal het reservoir achter West-Seti volgelopen is, vrezen wetenschappers zoals Thapa voor overstromingen het hele jaar door.

Het grootschalige energieproject is volgens een Japans onderzoeksinstituut allesbehalve sociaal en duurzaam. In elk geval blijkt uit hun rapport dat de bevolking nauwelijks gehoord, geinformeerd of betrokken is bij de plannen. Het enige document dat lokale inwoners te zien kregen, bleek opgesteld in het Engels, een taal die in West-Nepal amper bekend is.

Negentig procent van de elektriciteit die West-Seti zal produceren en al het water van de afdamming zijn bestemd voor India. Ook aan de bouw van het project komen Nepalese bedrijven niet te pas. Ratna Shrestha, ex-kaderlid van de nationale elektriciteitsmaatschappij, berekende dat 0,1 procent van de inkomsten die uit de West-Seti dam voortvloeien aan lonen voor Nepalezen besteed zal worden. Na de terugbetaling van leningen en aftrek van andere kosten zal slechts drie procent van de totale exportinkomsten volgens Shrestha de Nepalese economie binnenkomen. Terwijl de winsten dus bijna allemaal naar India, China en Australie gaan, blijven de kosten wel in Nepal. De boeren in het zuiden en de 13.000 inwoners die gedeporteerd worden zijn de eerste slachtoffers. Zelfs als zij vergoed worden, zullen diegenen die naar het zuiden gedeporteerd worden het erg moeilijk hebben om in hun nieuwe, vlakke en cultureel andere omgeving opnieuw te beginnen. Nepalese belastingbetalers moeten opdraaien voor alle bijkomende kosten, zoals het aanpassen of afbreken van de dam. Door de enorme hoeveelheden zand die door rivieren vanuit de Himalaya vervoerd worden, zal deze extra kost niet zo lang uitblijven. Zelfs volgens de schattingen van SMEC zijn er na 50 jaar grote kosten aan de dam. Na dertig jaar krijgt Nepal de dam cadeau, maar men weet nu eigenlijk al dat het een vergiftigd geschenk zal zijn.

Voor advocaat Rabin Subedi van WAFED (Water & Energy users’ Federation-Nepal) is de West-Seti een geval waarbij hulp ‘de mensenrechten en de belangen van alle Nepalezen schendt’. Hij is niet verbaasd over de timing van de stroomversnelling in akkoorden. ‘Ook de vorige waterakkoorden tussen India en Nepal werden onderhandeld als Nepal in een overgangsperiode zat. Net voor de grondwet herschreven wordt en het beheer van het water tot de bevoegdheid van de deelstaten zal behoren, wordt alles nog snel geregeld.’ Zelfs na de verkiezingen werden in India nog snel een half dozijn akkoorden getekend. Reeds in 2002 schreef B. Subba, ook een expert in waterbeleid: ‘India wil het water maar wil er niet voor betalen, terwijl Nepal elektriciteit wil verkopen maar er niet de prijs voor krijgt die het wenst. India drong er op aan om in het contract niets te vermelden over de regulatie van water. Volgens de grondwet zou er dan een twee derde parlementaire meerderheid nodig zijn, nu werd er nooit gestemd. Nochtans laat SMEC op een vraag van MO weten dat “Aangezien het een opslagproject betreft er wel degelijk enige regulatie van het water is.”

Bovendien zal Nepal elektriciteit van West-Seti aan India verkopen tegen 3.8 Nrs per eenheid, terwijl het elders 6 Nrs per eenheid aan India moet betalen om in te voeren. Nepal verliest dus dubbel, wat de conclusie voor Subedi duidelijk maakt: ‘Ofwel zijn onze politici totaal corrupt, ofwel verstaan ze er niets van, ofwel kan het hen gewoon niet schelen.

De enorme budgetten en de hoge sociale kosten van een grote dam zijn nochtans vermijdbaar. Zelfs de Wereldbank weet dat de lokale participatie in de keuze en ontwerp van een project een grotere kans op succes geeft. De mensen uit Palpa district weten dat al veel langer. De microwaterkrachtcentrale die ze zelf bouwden, maakt elektriciteit aan een prijs tien keer lager dan wat de overheid aanbiedt, zonder stroomonderbrekingen. Er kwam geen dollar buitenlandse hulp aan te pas.
Ondermeer de voormalige minister voor Waterrijkdommen Deepak Gyawali stelt dat lokaal gefinancierde en gebouwde microwaterkrachtcentrales elektriciteit produceren aan een kost die een veelvoud lager is dan megaprojecten. Gyawali en anderen argumenteren dat de voornaamste reden om toch voor die megaprojecten te kiezen ligt in de veel grotere mogelijkheden tot corruptie in grote projecten. Gyawali schrijft in zijn boek Aid Under Stress dan ook dat;‘Zowel de private buitenlandse actoren als de staat delen een fundamenteel wantrouwen in de capaciteiten van de lokale gemeenschap’.

Watercrisis of hulpcrisis?

Helaas is de West-Seti geen uitzondering. Grote infrastructuurwerken komen weer op als de voornaamste strategie om armoede uit de wereld te helpen. In Nepal lijken ze vooral armoede te creeren.

Betrouwbaar drinkwater is een basisvoorwaarde om de gezondheid van mensen te verbeteren. De uitdaging om daarvoor te zorgen is voor veel derdewereldregeringen groot, zeker als ze een snel groeiende stedelijke bevolking hebben. In Nepal zou het Melamchi Water Supply Project alvast de toenemende dorst van Kathmandu moeten stillen. Het project loopt reeds 13 jaar vertraging op en zal zeker 317 miljoen dollar kosten. Verschillende politici werden al veroordeeld voor het afleiden van enkele miljoenen dollars naar hun eigen bankrekeningen. Een gemeenschappelijke evaluatiemissie van overheid en donoren kwam al in 2003 tot de conclusie dat ‘milieu, sociale thema’s en veiligheid niet adequaat aan bod kwamen in de eerste contracten, terwijl ze in latere contracten gewoon genegeerd werden.’ Zeventig procent van het vijfjarenbudget voor water gaat naar Melamchi, ook al komt het minder dan tien procent van de bevolking ten goede. Duizenden mensen die stroomafwaarts wonen zullen het waterpeil in het droge seizoen met 80% zien dalen, waardoor hun irrigatiekanalen en watermolens nutteloos worden. De leningen die nodig waren om die infrastructuren te bouwen, zijn nog niet afbetaald aan de ADB, die wel alweer nieuwe leningen klaar heeft voor het Melamchi-project.

De Wereldbank trok zich in 2002 terug uit het Melamchi Water Supply Project omdat ‘belangrijke opties om aanwezige waterbronnen in de Kathmandu vallei te gebruiken niet onderzocht werden.’ De Noorse en Zweedse ontwikkelingssamenwerking volgden de Bank in 2005 en 2006. In mei 2007 dreigde ook de ADB zich terug te trekken als hun meest cruciale voorwaarde, de privatisering van de drinkwatervoorziening, niet meteen doorgevoerd werd. Hisila Yemi, de maoistische minister voor infrastructuur, had daar bezwaar tegen aangetekend. De ADB had het Britse bedrijf Severn Trent zonder competitie opgedrongen als prive-waterleverancier. Een campagne tegen Severn Trent boekte succes, maar de privatisering gaat wel door, weliswaar met een Nepalees bedrijf.. Drie buitenlandse experts zullen dit bedrijf in ‘goede banen’ leiden. Op aandringen van de ADB zal de prijs van drinkwater verdrievoudigen, waardoor de helft van een gemiddeld Nepalees maandinkomen nodig zal zijn om de minimumbehoeften aan drinkwater te betalen. Ondertussen strijken maar liefst 7 directeurs bij elke vergadering die ze doen in totaal 500 euro op, bovenop hun reeds royale lonen.
Ook voor dit grootschalige infrastructuurproject bestaan kleinschalige alternatieven. Volgens talrijke experts werken de volgende opties veel sneller en goedkoper;

Door 15% van al het regenwater dat in de Kathmandu Vallei valt op te vangen komt evenveel water beschikbaar als met het Melamchi project.
Door 1,5% van alle land in de vallei tot vijvers om te toveren zou de watertafel reeds voldoende aangevuld worden.
De lekken herstellen zou tot 70% meer water opleveren.
Overtollig moessonwater kan in ondergrondse reservoirs opgeslagen worden.

Wat deze alternatieven nog gemeen hebben is dat meer arbeidsintensieve jobs voor laaggeschoolden opleveren en minder schade aan het milieu aanbrengen.

Volgens de voorzitter van een forum voor sociaal onderzoek, R.K. Baral is ‘het probleem van watertekort enkel veroorzaakt door wanbeheer van overheid en donoren, niet door een gebrek aan bronnen zelf.’ Mensenrechten activist en advocaat G. Siwakoti gaat nog iets verder in een studie over Melamchi voor de ngo ‘The Reality of Aid’. “Het probleem is niet een gebrek aan alternatieven maar het negeren hiervan door de watermaffia en hun denken dat uitsluitend op megaprojecten gericht is.”

David versus Goliath

Gelukkig bestaan er ook kleinschalige projecten die wel een positieve impact hebben. De meest bekende Belgische NGO in Nepal, Shangrila Home, helpt straatkinderen aan een onderdak, scholing, specifieke training en uiteindelijk ook een job. Helaas valt de gecombineerde impact van alle kleine projecten in het niets in vergelijking met de schade die grote hulp aandoet.

Nepal’s meest bekende auteur, Manjushree Thapa, vertelde ons dat de grote NGOs en internationale banken heel sterk deel uitmaken van het politieke systeem, al zullen ze dat zelf nooit toegeven. De meerderheid is erg verveeld met de uitkomst van de verkiezingen. Is het werkelijk toevallig dat in elk projectgebied van bovengenoemde voorbeelden de maoisten winnen?

Als het van S.R. Dhakal, secretaris van het hoofdkantoor van de maoisten in Kathmandu, afhangt, is het rijk van de grote internationale ngo’s en van de dictaten van bilaterale en multilaterale hulp uit zodra zijn partij een regering gevormd heeft. ‘Vanaf nu zal elk project door het volk goedgekeurd moeten worden’, zegt hij in een reactie. Hoe Dhakal dit wil realiseren, is minder duidelijk. De Nepalese kiezers hopen in elk geval dat de voormalige rebellen de buitenlandse hulp terug dichter bij haar oorspronkelijke doel zullen brengen: het terugdringen van armoede.

Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Info: www.fondspascaldecroos.org